Pasquale excelleert met zijn prachtige, droge witte wijn van de fianodruif. De wijngaard ligt op zo’n 380 meter hoogte, op de hellingen van de 1.400 meter hoge Monte Taburno. Hier profiteren de druiven van de koele valwinden, waardoor de temperatuur enorm getemperd wordt.
De kalkrijke en vulkanische bodem zorgt voor een bijzondere expressiviteit, waarmee de wijn zich heel positief onderscheidt. Ondanks het warme Zuid-Italiaanse klimaat heeft de fiano door deze ligging toch een heerlijke frisheid.
Het rendement van de oude wijnstokken is laag, waardoor er jaarlijks maar een kleine 4.000 flessen geproduceerd kunnen worden. Dat doet Pasquale in een hypermoderne kelder waar hij zuiver en precies kan werken. Dat proef je terug in deze prachtige, frisdroge witte wijn zonder houtrijping.
Fruitig en jeugdig van geur, met frisse nuances van bloemen en groene appel. De smaak is zacht, rond en licht kruidig, met een sappige afdronk.
Door zijn frisheid een prima aperitief, maar ook heerlijk bij frisse voorgerechten en salades.
Nu op dronk, gemakkelijk houdbaar tot twee à drie jaar na de oogst.
Dranksoort | Wijn |
---|---|
Kleur | Wit |
Smaak | Droog |
Land | Italië |
Herkomstgebied | Campania |
Producent | Masseria Frattasi |
Oogstjaar | 2023 |
Omverpakking | 6 flessen |
Flesinhoud | 750 ml |
Alcohol | 13,50% |
Druivenrassen |
100% Fiano |
---|---|
Allergenen | Bevat sulfieten |
Jaar | Onderscheiding | |
2023 | De Grote Hamersma - mei 2024: 8.5 | Het is een fijne druif, fiano | |
2021 | Perswijn - februari 2023: **** Zeer goed | Zacht en opwekkend, milde zuren |
Wie in een betonnen kantoorkolos werkt, mag rustig een beetje jaloers zijn: het bedrijf Masseria Frattasi huist in een prachtig gerestaureerde, zeventiende-eeuwse boerderij van witte steen. En rondom dit historische gebouw groeien de druiven tegen de hellingen van de oude vulkaan Taburno in de streek Campania, het achterland van Napels.
Het domein is tegenwoordig eigendom van journalist Pasquale Clemente, maar de oude familie De Cecere, die het wijngoed stichtte, speelt er nog steeds een belangrijke rol. Er wordt gewerkt met druiven die hier net als de familie helemaal thuishoren, zoals falanghina, aglianico, coda di volpe en fiano. In de jaren vijftig redde Antonio De Cecere zelfs de laatste stokken falanghina van de ondergang.
De wijngaarden liggen behoorlijk hoog op de hellingen, wat de druiven voldoende koel houdt in de hitte van Zuid-Italië. Ze worden biologisch bewerkt. Dat gebeurt zeker niet uit een nostalgische hang naar het verleden: de nieuw aangelegde kelder van 1000 m2 is gevuld met de laatste oenologische snufjes, zodat de wijnen zorgvuldig en zuiver gemaakt kunnen worden. Het levert aantrekkelijke wijnen op met een volle smaak, die vaak stevig genoeg zijn om ook aan tafel te schenken.